Joachim Beersmans is op 21 mei 1731 lid geworden van het gilde. In 1732 is hij hoofdman geworden. Op 20 januari 1738 is er ook iets gebeurd, maar dit is in het gildeboek niet te lezen. Wel bij het Regionaal Archief Tilburg gevonden wat hieronder staat. Of dit verband heeft met wat er in het schrift staat is niet bekent. Op 24 maart 1741 is hij begraven.
In 1737 besloot de Raad van State, dat de dorpsinkomsten uit de reële omslag niet meer mochten bedragen dan tweevijfde deel van een verponding, hetgeen voor Diessen een verlaging betekende van 250 gulden. Derhalve moesten er nu extra personele omslagen worden gecollecteerd. Om de zaak rond te krijgen besloten de regenten om er twaalf op te halen.
Een personele omslag bedroeg in 1737 het bedrag van 32 gulden 19 stuiver en 3 penning. Bovendien gingen zij ertoe over er nog eens twaalf te innen om de schulden af te lossen. Maar die inzet kon niet beletten, dat de raad en rentmeester-generaal, de president van de Leen- en Tolkamer, de Diessense schepenen gijzelde om de rekeningen officieel gesloten te krijgen en de dorpsfinanciën op orde te brengen. Op 25 september 1738 werden Joachim Beersmans en Jan Dirk Bartels op de Gevangenpoort in ‘s-Hertogenbosch in hechtenis gezet. Blijkbaar was Bartels zelf een van de wanbetalers, want hij verklaarde zijn schulden te willen voldoen door een deel van zijn bezittingen publiekelijk te verkopen.
Blijkbaar was de raad en rentmeester-generaal nog niet tevreden gesteld, want in april 1739
werden beide schepenen ten tweede male in gijzeling genomen.